zaterdag 6 april 2013

De Kaai anno 2013

De Kaai, ooit bron van bedrijvigheid, waar aan de Vissershaven Opa en Oma van Heijst woonden, staat er nu bij als een gepensioneerde achter zijn geraniums. Al jaren is de bedrijvigheid verdwenen en moet het rustig wonen zijn in dit gebied. Afgelopen vrijdagmiddag 4 april was ik heel even in Bergen op Zoom, nadat ik een artikel in de krant had gelezen dat er een prachtig nieuw seniorencomplex verrees aan de Haven. Nu moest ik er toch wel het fijne van weten, was dit op het terrein van de voormalige Zoutkeet of toch ergens anders? Was het huis van Landa, dat destijds is gebouwd op de plaats van het huis waaraan velen van ons zulke goede herinneringen hebben nu afgebroken? Tijd dus voor een impressie.
Voor alle duidelijkheid: we hebben het over de Oude Vissershaven in Bergen op Zoom, het gebied dat je op deze kaart kunt vinden.

Zoals vroeger wordt er nog steeds veel gekwetterd aan de Haven, daarvoor hoeven de Van Heijsten niet in familieverband bij elkaar te zijn.

Hier de oude havenkant, waar vroeger de schepen aanlegden. De haven kende een getijdenwerking en bij eb lag op de bodem een dikke laag zwart slik. Op warme dagen kon die vreselijk stinken, daar had dan de hele stad last van, zoals je ook de geuren van de Spiritusfabriek goed in de stad kon ruiken. Om die reden is er regelmatig sprake van geweest de haven te dempen, even zo vaak als er over is gestemd in de gemeenteraad om de haven weer een toegang te geven tot de Oosterschelde en te bestemmen voor pleziervaart. Waar nu de bomen staan, vond je vroeger bergen oud roest, zand, grind of andere materialen. Een schipper had het in die tijd niet altijd even gemakkelijk: had je een schuit die zand vervoerde, dan zorgde je zelf dat dat zand uit het ruim op de wal kwam. Dat gebeurde dan met een laadbak, die omhoog werd getrokken aan een mast en op het hoogste punt leegkieperde; als kind kon ik daar lang naar kijken.
Laden en lossen gebeurde ook wel met een hijskraan. Daarvoor werd dan een speciale trechter weggezet op de kade, waarin het zand werd gelost. Een vrachtauto reed eronder, en de trechter werd opengezet tot de vrachtauto vol was, dan reed deze weer weg en werd zijn plaats ingenomen door een volgende. Deze foto en de volgende komen trouwens niet van de Kaai zelf, maar uit een historisch archief).

De foto hieronder geeft de Kaai in bedrijviger omstandigheden weer. Het huis achter de kraan van Stoof is de voormalige directeurswoning van de zoutziederij van de gebroeders Juten. Juist achter het opgetakelde vat stond het huis van Oma en Opa van Heijst. Wil je meer foto's over deze zoutziederij en omgeving? Deze link geeft wat meer informatie.



Terug naar nu. Op de bovenstaande foto zie je aan het einde van de haven het seniorencomplex, dat gebouwd wordt. Links is het huis te zien van Landa, gebouwd op de plaats waar vroeger het huis stond van Opa en Oma. Bij de bouw is gebruik gemaakt van bestaande muren, als je dichterbij komt zie je dat het vroegere binnenplaatsje, waar Ome Toon een volière had met kanaries, bij het huis is getrokken, en ook een deel van de fabriek. Naast het pand van Landa was vroeger een tuintje met een Lourdesgrotje dat was gebouwd tussen de klimop die een hele muur bedekte, Oma was een echt Maria-aanbidster. Daarnaast was de werkplaats van Hartman. Hij verbouwde oude legertrucks tot vrachtwagens, reviseerde motoren en handelde in tweedehands auto's.Naast het bedrijf van Hartman, dus helemaal aan het einde van de kade (wat je nu niet kunt zien) waren stallen, waar vroeger de paarden van de Zoutkeet stonden, later de varkens van Opa. Ging je dan de hoek om dan kwam je bij een landbouwlaboratorium, daar had Opa nog een moestuin.
Op deze plaats, ongeveer bij het witte paaltje, stond vroeger het huis van de directeur, een statig woonhuis met parket in de woonkamer. Tijdens de watersnood liep ook deze woonkamer onder water en was het parket niets meer waard, het werd verwijderd. Mijn vader, Louis van Heijst, heeft de beste planken ervan gebruikt om voor mij een riante box te maken. Al kort na mijn geboorte was ik dus aan luxe gewend.


Een foto van de zijkant van wat er nog staat van de Zoutkeet, genomen vanuit de Rijtuigweg. Het gedeelte het dichtst bij het hekwerk geeft het terrein waar het kantoor van de Zoutkeet heeft gestaan, het is een straat die haaks staat op de Vissershaven. De Rijtuigweg scheidde het Zoutkeetcomplex van het Spirituscomplex en kwam uit op deWittoucksingel. Mijn ouders trouwden in 1952; er was weinig woonruimte in die tijd en ze mochten een woonruimte betrekken boven het kantoor van de Zoutkeet. Daar ben ik geboren in augustus 1953. Het kantoorklokje dat in het kantoor stond, staat momenteel nog bij mijn moeder in de woonkamer.


Dit paadje moet iedereen van de familie nog wel kennen. Links stond het huis van onze grootouders, de groene deur gaf toegang tot de binnenplaats van de woning. Aan de rechterkant van het pad stond een muur van betonplaten, met in die muur een dubbele houten deur, die altijd op slot was, maar toegang gaf tot de tuin van de directeur. Waar je het houten trapje ziet was een opgang naar een lokaal. Verder door op het pad, achter dit trapje, begon een overkapping van de gang, en daaronder waren aan de linkerkant konijnenkoten; aan de rechterkant was een washok waar Oma de was kookte, liep je verder door dan kwam je in het schaftlokaal, waar de werklieden van de Zoutkeet tussen de middag hun brood opaten. Dat lokaal is nog een tijd verhuurd geweest aan een kunstschilder. Liep je verder door dan kwam je bij de ingang van de Zoutkeet, en kon je de fabriek ingaan.

Hie rnog een keer de zijkant van het huis van Landa, waar nu de groene deur is bevond zich vroeger de zijingang naar de binnenplaats van Opa en Oma. De blauwe deur zit hoger; eronder was een kelder die door mijn grootouders werd gebruikt. 

zondag 24 februari 2013

Het koffiebos door de ogen van Jolande


Mooie herinneringen als ik de foto’s van Koffiebos zie (en over Rikken lees!).
Als trotse nazaat van Sjo en Ariaan, wil ik die graag delen met de rest van het Roemrijke Geslacht.
;-))

Koffiebos: we gingen er zo vaak als het maar mogelijk was heen en het was altijd genieten.

Je reed tussen twee huizen aan de Dorpsstraat door,  een smal zandpad op, aan het einde links afbuigend.
Dan stopte je voor het hek van opa en oma.
Door het hek, oma’s bloementuin met daarachter het kot van het varken of geen varken, gewoon een wit kot.
Dan rechtsaf langs het witte huis via de bijkeuken de keuken in: wit met een houtkachel.
En weer door een deur de woonkamer in: die was juist altijd erg donker (in mijn herinnering).
Waarom we nooit door de voordeur kwamen? Gewoon achterom, zo deden we dat.

In de woonkamer was vooral de bank met het kleed erop de blikvanger (voor kleine nichtjes althans).
De afbeelding op het kleed stelde iets van een stad of een landschap ofzo voor.
Je kon er prima mee spelen: erachter gaan zitten en doen alsof je in de afbeelding was.

Dan linksom de deur door en de houten trap op, naar de gigantische zolder.
Aan alle kanten bedden en daarachter gordijnen en daar weer achter opslag of juist ruimte om te spelen.
Via het raam in de zijmuur links kon je het huis en de tuin van de buurvrouw Brusselaars zien.

Die buurvrouw is aan ons een stel worteltjes kwijtgeraakt.
Immers: als je niet de bijkeuken inliep, maar rechtdoor de moestuin in, dan kon je door de heg kruipen.
Zij had –net als opa en oma- van alles in de moestuin staan en dus ook worteltjes.
Die moestuin van opa liep schuin omlaag de polder in: er was van alles op het land, en allemaal heerlijk.
Opa heeft ons leren asperges steken: geen idee hoeveel hij er had staan, maar voldoende om ons de laten oefenen.

Het uitzicht vanaf de moestuin: net alsof er geen einde aan de polder kwam. Daarachter was ergens de zee.
En geen einde aan het iedere keer weer bij opa en oma zijn: warme herinneringen!

Volgende keer over de Kapelaan Molstraat, hoe ik me die herinner.
Geen idee of dit soort herinneringen kloppen, maar zoals hierboven beschreven zie ik Koffiebos nog altijd voor me.
Ook al is alles al lang verdwenen, helaas.

Veel groetjes,     Jolande van Rieky van Sjo en Ariaan

maandag 25 juni 2012

Rikken is oorlog!

De familie Van Heijst leefde soms op voet van oorlog als ze bij elkaar waren. De oorzaak lag in een kaartspel: het rikken! De informatie over dit kaartspel vond Peter van Heijst op Wikipedia, voor het gemak nemen wij deze informatie over. 


Benodigdheden:
- Een zeer stevige tafel.
- Vier Van Heijsten, of twee Van Heijsten en twee aangetrouwden.
- Stevige scheeenbeschermers.
- centen (mag in deze tijd ook met eurocenten, maar om elke cent wordt op dood en leven gespeeld!).
- Een rijk assortiment kleurrijke woorden waarmee woede, teleurstelling, aanmoediging of afgrijzen worden geuit. 
- Stalen zenuwen.
- Een groot incasseringsvermogen wanneer iemand niet speelt zoals de partner het had verwacht en deze hierover zijn of haar mening ten beste geeft.



bij de foto: Als harten uitgekomen is wint de speler met hartenaas de slag, tenzij klaveren troef is.


Rikken of rieken is een Brabants kaartspel dat ook in België gespeeld wordt. Het wordt met vier spelers gespeeld. Zijn de vier met elkaar bekend dan is er meestal niets aan de hand, maar komen ze van verschillende huize dan is de kans groot dat er eerst heel wat moet worden afgesproken, omdat er nu eenmaal overal verschillende regels gehanteerd worden. Het spel is verwant met whist en derhalve met wiezen, klaverjassen en bridge, maar de van plaats tot plaats verschillende spelregels maken het toch wel tot een erg afwijkend kaartspel.

Spelregels van het rikken
Het spel wordt gespeeld met alle 52 speelkaarten van een pak kaarten zonder de jokers
De laagste kaart is de 2 en de hoogste de aas
Het eerste bod wat men zegt blijft gehandhaafd. 
'Gerikt' is definitief, gerikt bij overbieden mag men niet wijzigen.

Het bieden 
Het proces van het bieden verloopt als volgt: De speler links van de deler brengt als eerste een bod uit, daarna brengt de volgende speler een bod uit, etc. Dit blijft zich herhalen totdat het hoogste bod is bereikt. Zodra een speler gepast heeft mag die niet meer meebieden. De mogelijke biedingen, de volgorde waarin zij staan en de waardering voor het halen van het bod variëren, maar hieronder is een overzicht van mogelijke biedingen gegevenDe puntenwaardering van elk bod kan zelf worden bepaald. De punten die de hoogste bieder (en zijn maat) haalt of verliest, worden betaald door of juist toegekend aan de overige spelers.
Verder kan het ook zo zijn dat meerdere spelers een gelijk bod tegelijk spelen. Zo kan bijvoorbeeld als één speler een misèrebod heeft gedaan een andere speler (die nog mag bieden) besluiten mee te misèren en ook pogen nul slagen te halen. Als het bieden afgelopen is, geeft de hoogste bieder, indien van toepassing, aan wat troef is en welke kaart hij meevraagt als maat.


Rikken om geld (kleine bedragen)
Het bieden, de mogelijke boden, de volgorde waarin zij staan en de waardering voor het halen van het bod variëren, maar hieronder is een overzicht van mogelijke boden gegeven. "Beter" is hetzelfde bod, maar dan met harten troef en is altijd hoger dan de andere troeven. Rik beter kan dus alleen overboden worden door 8 alleen of hoger:
Bod
Betekenis
Beloning
(eurocent)
Nat
PAS
Spreekt voor zich
nvt
nvt

RIK(beter)
Met maat minstens 8 slagen halen
5ct per slag boven de 7
5ct per slag onder de 8
8 ALLEEN(beter)
Alleen minstens 8 slagen halen
10ct per slag boven de 7
10ct per slag onder de 8
PIEK
Één slag halen
15ct
15ct
9 ALLEEN
Alleen minstens 9 slagen
15ct per slag boven de 8
15ct per slag onder de 9
MISÈRE
Geen slagen halen
25ct
25ct
OPEN PIEK
Als piek en na de vijfde gespeelde kaart leg ik mijn kaarten open
25ct
25ct
10 ALLEEN(beter)
Minstens 10 slagen halen
20ct per slag boven de 9
20ct per slag onder de 10
DRIE AZEN OF TROELA
Ik heb drie azen. De vierde aas mag troef bepalen, maar de troef mag niet de kleur van de aas zijn.
10ct per slag boven de 7
10ct per slag onder de 8
OPEN MISÈRE
Als misère en na de vijfde gespeelde kaart leg ik mijn kaarten open
35ct
35ct
OPEN PIEK MET N PRAOTJE
Als open piek en na de vijfde gespeelde kaart mag er overlegd worden
35ct
35ct
11 ALLEEN(beter)
Alleen minstens 11 slagen halen
25ct per slag boven de 10
25ct per slag onder de 11
OPEN MISÈRE MET N PRAOTJE
Als open misère en na de vijfde gespeelde kaart mag er overlegd worden
50ct
50ct
12 ALLEEN(beter)
Alleen minstens 12 slagen
30ct per slag boven de 11
30ct per slag onder de 12
13 SOLO SLAM
Alle slagen halen (degene die dit biedt mag ook uitkomen)
50ct per slag boven de 12
50ct per slag onder de 13
PASSPELEN
Bij elk gespeeld passpel betaalt de verliezer(s)
25ct
25ct


De punten die de hoogste bieder (en zijn maat) haalt of verliest worden betaald door of juist toegekend aan de overige spelers. Als men bij het rikken nat gaat betaalt de maat niets, maar krijgt hij ook geen punten.
Verder kan het ook zo zijn dat meerdere spelers een bod tegelijk spelen. Zo kan bijvoorbeeld als één speler een misèrebod heeft gedaan een andere speler (die nog mag bieden) besluiten mee te misèren en ook pogen nul slagen te halen. Als het bieden is afgelopen geeft de hoogste bieder, indien van toepassing, aan wat troef is en welke kaart hij meevraagt als maat.

De gevraagde aas
De maat wordt door de rikker bepaald door een aas mee te vragen. Dit moet een aas zijn van een kleur waarvan hij zelf minstens één kaart heeft. Dit kan soms niet om twee redenen:
  • De rikker heeft alle 4 azen: in dit geval vraagt de rikker een heer mee (als hij deze ook 4 heeft een vrouw etc.)
  • De rikker heeft van elke kleur die hij heeft de aas: in dit geval neemt de rikker een van de azen die hij niet heeft blind mee (en zegt dit ook bij het meevragen van de aas). De rikker mag dan, als de gevraagde aas nog niet gespeeld is, een kaart gedekt opgooien en deze slag telt dan als de eerste slag van de gevraagde kleur. Aan het eind van de slag wordt de gedekte kaart opengelegd voor de slag wordt opgeruimd en gaat het spel als gewoon verder.
Soms gespeelde variant:
De rikker maakt de aas bekend dat hij mee wil hebben. Hij moet echter zelf aan slag komen om het aas te vragen. Zit hij op voorhand, dan is dat eenvoudig. Zo niet, dan zullen degenen die geen maat zijn proberen te voorkomen dat de rikker zijn aas kan vragen, zodat hij zonder hulp van een maat de vereiste 8 slagen moet zien te halen.


Het spel 
Als men rikt, maakt men een kleur troef en vraagt men een maat mee. Bijvoorbeeld klaveren troef en degene die schoppenaas heeft, is maat. De maat is pas officieel bekend als degene die rikt de vraagaas gooit. Er moet, zo mogelijk, kleur bekend worden en er heerst geen troefplicht. In de eerste slag van de gevraagde kleur (hier schoppen) moet de aas gespeeld worden; het risico bestaat dus dat deze wordt gespeeld op een slag die reeds ingetroefd is. Indien er op een slag wordt ingetroefd is het verboden om als tegenpartij onder te troeven, dat wil zeggen als de tegenpartij alleen nog maar troef in de hand heeft mag hij, indien mogelijk, alleen maar hoger introeven. Dit is niet aan de orde als er troef gevraagd wordt.
Als de rikker of zijn maat uit mag komen, zullen zij beginnen met troeftrekken of, als de maat geen troef heeft, met de gevraagde aas uitkomen. De tegenstanders van het rikpaar zullen meestal uitkomen in een andere kleur dan troef of gevraagd. Maar omdat de spelers, behalve de maat, in het begin niet weten wie maat is, loont het soms om enige verwarring te zaaien.
Bij het spelen van een alleen of een piek/misère vormen de andere 3 spelers samen een blok tegen de hoogste bieder.
Er wordt doorgespeeld tot alle kaarten gespeeld zijn of totdat een speler (meestal de bieder) zeker is van het aantal slagen dat gehaald gaat worden en deze open legt. Bij bijvoorbeeld een 9 alleen met 9 troefkaarten en lage bijkaarten kan de leider direct aangeven de 9 troef zeker te zullen halen en de overige 4 niet. Ook zal een piek of misère niet worden doorgespeeld als al bekend is dat hij niet gehaald gaat worden.


Delen
De eerste deler is willekeurig te kiezen (meest gebruikt: de jongste begint, dus degene die rechts van de jongste zit begint met delen). Het is aan de deler te bepalen of hij de kaarten laat hevelen door de persoon aan zijn rechterhand of deze te schudden. Het spreekt dus voor zich dat degene die links van de deler zit, als eerste zijn spel mag roepen. Als dit spel gekozen is, mag hij/zij als eerste een kaart opgooien. Het delen verschuift elk nieuw potje naar de volgende speler, met de klok mee. De speler die het vorige potje won of verloor, wordt dus niet de deler, zo komt iedereen een keer "voorop" te zitten. De slagen die men haalt in een pot worden netjes weggelegd. De gebruikte deelvolgorde is 6-7 of 4-5-4 afhankelijk van waar je het speelt.


Spelen om geld
Om het spel een beetje serieus te houden, kan men een geldprijs per bieding hanteren. Maar pas op dat je dan niet met een kwaaie kop van tafel gaat; er is bekend dat in huwelijken (wanneer man en vrouw een paar vormden bij het rikken) danig is nagepraat over het op het juiste moment gooien van een verkeerde kaart!


Malleur/Troela
In Brabant hanteert men dit vaak als hoogste bod en gaat dus boven alles. Er bestaan echter vele manieren om troela te spelen.
Diegene die 3 azen in zijn of haar hand heeft kan dit bod doen (geen 4 azen - in sommige plaatsen is het melden van de malleur/troela verplicht). Nu dient diegene die de 4e aas heeft zich te melden en is tevens meteen de maat. Dit is dus de enige spelvorm waarbij de maat al vooraf bekend is. In feite is het niets anders dan normaal rikken maar met dit verschil: de maat moet nu de troef bepalen in plaats van de "rikker" en hij mag geen troef maken met de aas die hij zelf heeft (de gevraagde aas). Het gevaar is natuurlijk dat de maat geen goede kaarten heeft om te kunnen rikken maar dat is de gok. Wel heeft men samen alvast alle 4 de azen, maar dit spel kan vaak anders uitpakken dan men verwacht.
De puntentelling is gelijk aan dat van normaal rikken. Soms rekent men dit spel dubbel. In sommige regionen moet men als men 4 azen heeft, ook troela spelen, hierbij is de maat dan degene met harten heer.
Een andere vorm: De maat met de vierde aas moet uitkomen met deze aas, en deze soort is dan ook troef. Meestal moet men dan minstens 9 slagen halen in plaats van 8.
Nog een andere vorm: de soort van de 4e aas is automatisch en pas dan troef als de 4e aas op tafel komt. De 4e aas hoeft niet per se gespeeld te worden als die soort gespeeld wordt. Dus tot die tijd weet zelfs degene met malleur/troela niet wie zijn maat is.


Passpellen
Wanneer iedereen past, wordt er meestal opnieuw gedeeld. Alternatieven zijn:
  • 2 of 5 - iedereen moet of 2 of 5 slagen halen. Hier kunnen dus maximaal 3 van de 4 spelers winnen.
  • 1, 3 of 5 - als 2 of 5, maar dan moet iedereen 1, 3 of 5 slagen halen.
  • 1, 5 of 11 - als 2 of 5, maar dan moet iedereen 1, 5 of 11 slagen halen.
  • Schoppen dame, laatste slag of schoppemie - men mag de schoppen dame en de laatste slag niet krijgen. In de eerste ronde mag geen schoppen gekaart worden. Hier is het de bedoeling dat je je schoppen dame bij een andere slag erin gooit als je niet meer kunt bekennen, dus zorg dat je een soort waarvan je er weinig hebt weg speelt en zorg dat je lage kaarten overhoudt.
  • Rondpiek - dit spel wordt niet door heel veel mensen gespeeld maar is toch een bekend pas spel. Bij dit pas spel piekt iedereen, degene die het het langst volhoudt wint dus wie overblijft met 1 slag. Degene die 0 of meer dan 2 slagen hebben liggen eruit en moeten zorgen dat de anderen ook verliezen.
  • Verplicht misère - Gelijk aan rondpiek, maar hier is het doel om exact nul slagen te halen.
  • Verplichte rik - De speler na de deler moet verplicht rikken, hij mag zelf de troef en aas kiezen, en hoeft met zijn maat "slechts" 7 slagen te halen.
  • Wijven - Doel is om geen vrouw te halen of alle vier de vrouwen te halen. Alle vier de vrouwen: overige 3 spelers betalen. Geen vrouwen (en minimaal 2 spelers hebben 1 of meer vrouwen) : u krijgt betaald van de spelers met 2 of meer vrouwen. 1 vrouw = niets betalen, 2 of 3 vrouwen = betalen.
Veel voorkomende varianten: 
Helaas is de variant die de Van Heijsten speelden niet bekend, maar dat het nodig was om vóóraf afspraken te maken kunnen we ons levendig voorstellen. Dat er tussentijds afspraken werden gewijzigd ook. En dat achteraf bepaalde personen toch hadden gewonnen, zouden zij volgens hun eigen systeem hebben moeten spelen, is ook bekend. Dit is dus een spel met alleen maar winnaars, in onze familiekring. 
  • De volgorde en scores van de boden verschilt van plaats tot plaats.
  • Op sommige plaatsen is de betere kleur niet altijd harten maar een kleur die varieert per spel.
  • Beter rikken, 8 beter, 9 beter etc. zijn niet overal toegestaan.
  • Op sommige plaatsen mag alleen-rikken niet als eerste bod uitgebracht worden.
  • Op veel plaatsen moet de maat gewoon meebetalen als het rikbod niet gehaald wordt. Op andere plaatsen moet de maat meebetalen als deze zelf minder dan twee slagen heeft gehaald.
  • De piek-boden zijn lang niet overal toegestaan.
  • Op sommige plaatsen wordt 7 alleen gespeeld, een bod tussen rik beter, en 8 alleen.
  • Meestal wordt er opnieuw gedeeld als iedereen past.
  • Op sommige plaatsen mag de deler niet passen als de andere drie spelers dat al gedaan hebben.
  • Op sommige plaatsen wordt er nog een rondje geboden als iedereen heeft gepast.
  • Op veel plaatsen is het verplicht om malleur/troela te melden als men drie azen heeft.
Aantal uitspraken
  • Goeie maat gewenst (als iemand een rikje waagt, maar niet zeker is van de rik)
  • (Dezelfde) Kleuren is geld beuren (als je bijv. schoppen troef hebt en klaveren aas meevraagt, vaak wordt: of de broek scheuren erachter gezegd door anderen)
  • De blinde aas telt voor twee, daarom vraag ik 'm mee (als je een blinde aas mee moet vragen)
  • Ga je handen eens wassen! (Als de deler zeer slecht gedeeld heeft)
  • Er in gespeeld is ook gespeeld! (Als iemand met slechte kaarten rikt en het spel verloren heeft en dit vergoelijkt)
  • Dat is geld dat we zeker hebben! (Als iemand met een bedenkelijke reputatie piekt, misère speelt)
  • Nou, eieren of jong! (Als iemand zit te treuzelen met het uitspelen van een kaart)
  • Die binne benne, benne binnen! (Als de maat nog niet bekend is en er hebben al 3 mensen een kaart gelegd, dat de rikker dan zelf de slag pakt met een hoge kaart)
  • Is het bod soms rikken met praatje? (Als iemand niet zijn mond kan houden tijdens het spel)
  • Welten stefmaat!: Wanneer je maat niets haalt, een grote fout maakt en je hierdoor niets kunt halen (kapot gaat)
  • Stalen maat: Wanneer iemand rikt, maar nog niet de gevraagde aas bekend heeft gemaakt, kan iemand met "Stalen maat" aangeven dat hij een goede potentiële maat is.
  • Maasje erin!: Wanneer iemand niet oplet en door een enorme blunder verliest (erin laat spelen).
Rikken met een Blinde (drie spelers)
Deze variant bestaat al tenminste 30 jaar. Na het bieden worden de kaarten van de blinde opengelegd. Als er een maat is meegevraagd, en de blinde is de maat, dan worden de kaarten van de blinde gespeeld door degene die rikt. Anders door degene die niet is meegevraagd, deze maat maakt zich pas bekend als de blinde aan de beurt is. In geval van een piek of misère bepalen de spelers die niet of het laagst geboden hebben wie de blinde speelt. De blinde krijgt zijn eigen punten, maar zal niet makkelijk winnen omdat hij zelf niet kan bieden. Deze variant heeft zijn eigen dynamiek en is zeker zo leuk als met zijn vieren rikken.


Rikken met een stilzitter (vijf spelers)
De deler deelt de kaarten aan de overige vier spelers maar speelt zelf niet mee. Zoals bij gewoon rikken schuift het delen steeds een plaats op zodat iedereen per rondje één maal stilzit. In deze variant mag de deler de kaarten hevelen.


Ziezo, nu weten jullie hoe het moet! Centen op tafel en oefenen maar..... wie weet komt er ooit een reünie met een rikkampioenschap!

donderdag 21 juni 2012

Van Heijsten en Duiven

Deze categorie kan beter door een echte duivenkenner worden bijgehouden.... Dit YouTube filmpje geeft een mooi sfeerbeeld van hoe Kees van Heijst uit Wouw met zijn duiven omgaat....

dinsdag 19 juni 2012

numquam sine flore

Onze familie heeft een familiewapen, én een wapenspreuk: Nunquam sine flore (de betekenis is volgens Google Nooit zonder bloemen, maar daar moet een diepere of dichterlijke betekenis achter zitten, die zoeken we uit. Zouden we afstammen van Doornroosje?).  Peter van Heijst vond deze informatie én nog meer op de genealogische site van Patrick Coolen. Eigenlijk zou de spreuk moeten zijn: Nunquam sine asparagus, of Nunquam sine bierra, maar kennelijk brachten onze hoofse voorvaderen regelmatig een bloemetje mee voor hun dame. Of andersom.


Wapenschild van Heijst: Wapen: in zilver drie waaiersgewijs geplaatste geplante, gebladerde groene stelen, aan elk waarvan een vijfbladige rode bloem, op rijzende groene grond. Helmteken een gesteelde en gebladerde bloem van het schild. Dekkleden rood, gevoerd van zilver.

Belangrijke kleuren: rood (keel), groen (sinopel), zilver (argent, wit)

Bron van deze beschrijving van het familiewapen van Heijst is het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG).



Samen met de familie Musters/Mutsaerts is de familielijn van Hest/Heijst de langst aanwezige in onze stamboom. De familielijn beslaat maar liefst ruim 600 jaren. De familielijn start rond 1315 met de geboorte van Jan Paulus van Heijst. [....] Voor een familielijn die zo ver terug gaat is er in verhouding weinig bekend van de familieleden zelf.

Wel vinden we in de veertiende eeuw gedateerde geschriften waarin de familie Van Heijst wordt genoemd. Er kunnen in het Hertogdom Brabant drie afzonderlijke families worden onderscheiden. Belangrijk is te vermelden dat na de reformatie een katholieke en een protestante tak ontstaan uit het gezin van Cornelis van Heijst (1500-1556) en Jenneke Lemmens (-1558 t). De katholieke tak van nu is terug te voeren op zoon Gerrit Corneliszn. van Heijst. De protestante tak wordt "aangevoerd" door Peter Corneliszn van Heijst, lakenhandelaar in "De Engel" te Breda.

Het hier afgebeelde familiewapen wordt door beide familietakken gebruikt, in de katholieke tak soms voorzien van een adelaar. Begin 17de eeuw wordt de naam "van Hest" meer gebruikt. Deze lijn loopt door tot 1928, het jaar van overlijden van Maria Elisabeth van Hest.

maandag 18 juni 2012

Van Heijsten, een familie van brouwers- of boeren?

Deze informatie hebben we ontleend aan Wikipedia, met dank aan Peter Van Heijst die dit opzocht. Hij is ook verantwoordelijk voor het tot nu toe uitgevoerde stamboomonderzoek. Het gaat hier om "onze" familie. Misschien wordt hierdoor verklaard waarom het woord bier mooie gedachten bij ons losmaakt.


Van Aldegondebaan 7
Locatie
Van Aldegondebaan 7, Bergen op Zoom
Oorspronkelijke functie
Huidig gebruik
momenteel leeg
Start bouw
Bouw gereed
Opening
17 juli 1874
Sluiting
1930
Verbouwing
1946, 1963, 1975, 2001
Status
Rijksmonument
Monumentnummer
Architect
J. Weyts
Eigenaar
W.F.M. de Kort

Het pand op het adres Van Aldegondebaan 7 in de stad Bergen op Zoom in de Nederlandse provincie Noord-Brabant is een Rijksmonument met nummer 517118.[1]. In het gebouw was een bierbrouwerij gevestigd. Het pand staat momenteel leeg.

Het pand is in 1873 gebouwd in opdracht van de industrieel Arnoldus Asselbergs. Voor de bouw werden stenen gebruikt die afkomstig waren uit de vestingmuren van de stad, die op dat moment gesloopt werden. Na voltooiing van de bouw werd er in het pand een brouwerij gevestigd, met de naam "Bergen op Zoomsche Beiersche Bierbrouwerij Asselbergs, van Heijst en Co". De familie Van Heijst was een brouwersfamilie, afkomstig uit Waalwijk, die naar Bergen op Zoom was gekomen om de brouwerij draaiende te houden.

De brouwerij in Bergen op Zoom begon met het brouwen van bier van lage gisting. Toen er kwaliteitseisen aan het bier werden gesteld, zorgde dat voor problemen op de Nederlandse afzetmarkt. De brouwerij ging zich daarna steeds meer richten op België, tot daar in 1930 de grenzen dichtgingen voor Nederlands bier.

Na het faillissement van de brouwerij zijn er verschillende instellingen in het pand gehuisvest:
1946–1975: B3 vruchtensappen 
1975–2000: Intraco Aluminium BV
2001–2011: een afdeling van het Luzac College

Anno 2012 staat het pand te huur. In de buurt van de Van Aldegondebaan bevindt zich een straat die Brouwerijbaan heet, deze naam herinnert aan de vroegere functie van genoemd pand. Twee foto's eentje van vroeger en een van nu.


En zo ziet het pand er nu uit:

Over de brouwerij het volgende nog: Op 27 februari 1873 krijgt Arnoldus toestemming om samen met de familie van Heijst, een bierbrouwerij op te richten. Deze bierbrouwerij, genaamd "Bergen op Zoomsche Beierschbier Brouwerij Asselbergs, Van Heijst en Co.", werd in 1873 gebouwd van stenen welke vrijkwamen uit de sloop van de vestingwerken in Bergen op Zoom. Arnoldus Asselbergs is in 1875 voor meer dan honderdduizend gulden betrokken in deze bierbrouwerij. Veel plezier heeft hij niet aan deze bierbrouwerij beleefd, want in 1878 vermeldt zijn aandeel in deze onderneming slechts "pro memorie" zonder een bedrag te noemen.





het bierflesje waarin het kostelijke gerstenat werd getransporteerd.


het bierviltje waarop het flesje en het glas werden geplaatst.



Later zou Arnoldus de brouwerij van Méganck en Witte in de Engelsestraat te Bergen op Zoom kopen. De leiding in deze nieuwe brouwerij kregen Adrianus Antonius van Heijst en zijn zoon Petrus Cornelis Adrianus van Heijst.

Petrus Cornelis Adrianus van Heijst vestigde zich op 28 juni 1873 vanuit Waalwijk,  samen met zijn vader Adrianus Antonius in Bergen op Zoom. Evenals zijn vader is ook hij bierbrouwer van beroep.Zoals we hierboven kunnen lezen was hij deelgenoot in de Beiersche bierbrouwerij. De term Beiersch wordt in deze tijd veelal gebruikt om aan te geven, dat men volgens de in 1852 in Nederland ingevoerde nieuwe methode van ondergisting brouwde. Het echtpaar van Heijst-Asselbergs had als bijnaam Pietje-Pietje.
Buiten zijn werkzaamheden in de brouwerij was Petrus Cornelis Adrianus van Heijst in zijn woonplaats ook actief als regent van het R.K. Weeshuis als lid van het kerkbestuur van de parochie van de H. Joseph en als lid van de Raad van Bestuur van de Sint Josephs-Gezellen vereeniging. Tevens was hij lid van de gemeenteraad van Bergen op Zoom. Van hem werd in 1889 een geschreven portret door de toenmalige verslaggever van de Nieuwe Bredasche Courant gemaakt. Hier volgt de letterlijke tekst:
Of de heer Van Heijst, die in vroegere jaargangen van De Tijdspiegel zulke fraaie verzen schreef, dezelfde persoon is als ons raadlid van dien naam, is ons nog niet mogen gelukken te ontdekken, en om het op den man af te vragen vonden wij minder gewenscht. Maar, dichter of niet, dat ons raadslid er uitziet als een poëet staat als een paal boven water. Niet als een zuchtend en smachtend nerveus troubadour of een miskend genie met golvende lokken en kwijnende blikken, met wangen zoo bleek als een oud trommelvel, maar als een zanger die slechts de lichtzijde van het leven kent en door zijne vroolijke en guitige verzen vonken van levensvreugd doet spatten op menigeen's zoo duister levenspad. Zijn welgevormde neus doet denken aan de Génestet, de goudgebrilde,vroolijke oogen aan van Zeggelen, het hooge voorhoofd aan den al te vroeg ontslapen Lord Byron. Hij heeft den eerwaarden schedel van een professor in de crânologie, en wangen als een welgevoed en goedgezond jongmensch van 40 jaar, terwijl uit heel zijn prettige verschijning al de bonhomie van Cremer spreekt. Met Piet Paaltjens heeft hij alleen den zwaren knevel gemeen, die hij echter kort is afgesneden langs den rand der bovenlip. Voeg bij dit alles een onberispelijk costuum, dan hebt ge wat de dames noemen: een knappe man. De heer Van Heijst is een van die menschen, bij wien ge U dadelijk tehuis gevoelt. Werkzaam, algemeen ontwikkeld en even algemeen geacht, is hij de nijvere deelgenoot in de stoombierbrouwerij der firma Asselbergs, Van Heijst en Co. Merken wij terloops even op, dat die brouwerij met hare grillige vormen, uit ouden vestingsteen gebouwd op eene hoogte langs het spoor, U denken doet aan een roofslot uit de middeleeuwen. Keeren wij echter tot onzen slotvoogd terug. Hoewel nog betrekkelijk kort zitting hebbende in den raad, zouden wij den heer Van Heijst willen beschouwen als de type van een raadslid. Trouw woont hij iedere zitting bij en even trouw neemt hij inzage van de ter visie liggende stukken. Lang praten doet hij nooit. Is een of ander hem duister en verlangt hij inlichtingen, dan doet hij een korte en duidelijke vraag, maakt nu en dan een even korte en even duidelijke opmerking en stemt met blijkbare overtuiging. Hebben onze raadszittingen somwijlen veel gelijkenis met de bijeenkomst van eene rouwende familie die een erfenis deelt, en komen er hartstochten in het spel, dan doet de heer Van Heijst niet mee, terwijl zijn lachend gelaat schijnt te zeggen: "Vecht maar raak, mijn portie is voor de armen". Zoo is de heer Van Heijst de eenige bijna die eens recht gul en hartelijk lachen kan, terwijl er velen zijn die meenen, dat de gemeentebelangen het best behartigd worden door het zetten van een zuur gezicht, wat toch heusch het geval niet is.
Maar: klopt dit allemaal? Wat vond Peter van Heijst nog meer in de registers van de burgerlijke stand? Let goed op! We gaan even enkele eeuwen terug in de geschiedenis.....

Hier zien we een afdruk van de geboorteakte van Cornelis van Heijst. Daar valt te lezen dat op 21 januari 1865 de heer Adriaan van Heijst, gehuwd met Adriana Cornelia Franken, op 42-jarige leeftijd, in Wouw aangifte doet van de geboorte van Cornelis van Heijst. Adriaan van Heijst geeft als beroep op: landbouwer. Zijn vrouw is zonder beroep.
Die Adriaan is de derde zoon uit een gezin van vier kinderen: Johannes van Hest, Wilhelmus van Heijst, Adriaan en Anthoni van Heijst. Zijn vader is Marijnus van Hest, die ook in de boeken voorkomt als Marijn van Heijst, van beroep bouwman; moeder is Johanna Uijtdewilligen, van beroep bouweresse. Marijnus is 36 jaar en zijn vrouw 28 als op 27 juli 1822 Adriaan van Heijst wordt geboren. Hij zal leven tot 9 januari 1890 wanneer hij op 67-jarige leeftijd sterft te Roosendaal en Nispen, zijn beroep zal landbouwer zijn. Cornelis is dus een zoon van deze Adriaan, die weer zoon is van Marijnus.
Gaan we nog een stap terug in de tijd, dan zien we dat Marijnus van Hest/Heijst zoon is van Wilhelmus van Hest, oftewel Willem van Heijst, van beroep winkelier, die was getrouwd  met Johanna Goorden, van beroep bouweresse. Marijnus wordt geboren op 14 juni 1784 in Oud- en Nieuw Gastel en overlijdt al jong, op 42-jarige leeftijd op 7 oktober 1826 te Wouw. Hij is dan op 8 augustus 1818 in Wouw getrouwd met de eerder genoemde Johanna Uijtdewilligen.


Cornelis van Heijst wordt geboren te Wouw. Hij is 34 jaar oud, en zijn vrouw Maria Damen (geboren te Steenbergen) 25 jaar als hij op 23 oktober 1899 aangifte doet in Calmpthout van zijn op de 21e oktober, om zeven uur 's avonds geboren zoon Adrianus, de stamvader van ons geslacht. Ook Cornelis geeft als beroep op landbouwer! Hij boert op dat moment op wat genoemd wordt Het Leeg in de Kalmthoutse Hoek, een bijzonder schraal gebied waar de oogsten niet bijster groot geweest zullen zijn. Later zal hij met zijn gezin verhuizen naar de hoeve De Lange Steen, die ligt nabij het landgoed Mattemburgh op Bergen op Zooms grondgebied.


Hier een foto van de familie Van Heijst destijds:


Tweede van links is Adrianus van Heijst, die later zal trouwen met Johanna Kroonen en die ook een familie zal stichten, zie onderstaande foto:


Dit verhaal klopt als een bus. Het komt overeen met het bidprentje van "onze" vader en grootvader Adrianus van Heijst: geboren te Calmpthout op 21 oktober 1899 en overleden in Ziekenhuis Lievensberg op 9 februari 1972.




Een foto van Adrianus van Heijst en zijn echtgenote, Johanna van Heijst- Kroonen.





Dus onze familielijn langs de mannelijke lijn is, eenvoudig gezegd, als volgt:
Wilhelmus van Hest/van Heijst, winkelier;
Marijnus van Hest/van Heijst, bouwman (dat betekent: boer);
Adriaan van Heijst, landbouwer;
Cornelis van Heijst, landbouwer;
Adrianus van Heijst- onze opa: vele beroepen, zelfs tegelijkertijd.

Maar.... hoe leggen we nu de link met de brouwer die uit Waalwijk kwam, of heeft deze geen verbintenis met onze familietak? Er waren meer Van Heijsten in Bergen op Zoom, zoals een leraar scheikunde op het Mollerlyceum... Zijn wij nu een familie van brouwers of landbouwers?

Volgens ons heeft ons geslacht niets met de bierbrouwers te maken, maar zijn we  landbouwers die boerden in de omgeving van Wouw, Roosendaal, de grens over naar Kalmthoutse Hoek, waarna we in Bergen op Zoom terechtkwamen. Van daar uit is de familie weer uitgewaaierd over Nederland.
Ondertussen gaan we wel verder met onze speurtocht. Wie waren de broers en zus van Opa van Heijst? Welke beroepen hadden zij? Hoe zat de familie van Oma Van Heijst- Kroonen in elkaar?
En heeft u tips: ze zijn van harte welkom! Elke herinnering is het waard om te worden nagetrokken.

Aanvullende informatie van tante Riky:

"Opa kwam inderdaad uit een gezin van 5. Hij had een broer en drie zussen. De eerste was Tante Kee, die was getrouwd met Piet Heijnen. Ze woonde in Stampersgat aan de Antoniusdijk (het huis staat er nog steeds, het is aan een kanaal). Ze hadden drie zonen Jan, Jos, en Nil. Ze was 14 maanden jonger dan opa.
Dan tante Kaat, die was getrouwd met Janus Jongenelen, en die had ook, geloof ik 4 kinderen. 
Dan tante Jans, die was getrouwd met Jan Tempelaars. Zij had een zoon en een dochter, Frie en Riet. Frie woont in Hoogerheide en Riet, getrouwd met Harry Homs, woont in Bergen op Zoom.
Tante Jans is, ik denk 8 of 9 jaar geleden overleden. Zij was ook, samen met Toon van Heijst bij ons thuis opgevoed. Zij was 7 jaar en ome Toon 10 jaar.

Oma kwam uit een gezin van 4 kinderen.
Leendert, die was getrouwd, met Jans van de Kastelen. Hij had een cafeetje aan de Moerstraatsebaan. Wat hij verder nog gedaan heeft weet ik niet. Hij had veel kinderen. .
Dan kwam oma.
Na oma kwam tante Nel, die heeft in Antwerpen een kapsalon gehad. Dat was een echt Belgisch madammeke. Haar man is vroeg overleden. Heel veel later heeft ze nog wel een man gehad, maar daarmee is ze is er niet meer getrouwd. Wij noemden hem Nonkel Jaques.
Dan haar jongste zuster, tante Jans. Zij was getrouwd met Peet Hagenaars. Ome Peet had een groentenhandeltje. Weet je zo'n autootje, met aan de voorkant een wiel, een laadbak(je) achterop, en uiteraard twee wielen van achter!
Tante Jans dreef het winkeltje, aan de Zandstraat te Bergen op Zoom. Zij hadden 4 kinderen: Ad, Henny, Jopie en Sjakie. 


Bronnen, noten en/of referenties
  1. Rijksmonumentnr: 517118 op de pagina van het Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed